Poerim - Lotenfeest
Poeriem valt op de 14de van de maand adar en is een uitbundig voorjaarsfeest.
In Jeroesjalajiem en andere oude ommuurde steden die lijken op Sjoesjan uit het Poeriem-verhaal wordt het een dag later gevierd (Esther 9:18-22). Op Poeriem wordt de verlossing van de Joden gevierd, die in het Perzisch-Medische rijk in ballingschap waren. Ze werden bevrijd uit de handen van Haman. Hij wilde alle Joden uitroeien, maar dankzij de Joodse koningin Esther(Hadassa) en haar oom Mordechai lukte dat niet. (Esther 3:6,13)
Haman was een Agagiet, een afstammeling van Agag, de koning van de Amelekieten en deze was een afstammeling van Esav (Ezau). De naam Amelek is komen te staan voor alle leed en verdrukking die de Joodse geschiedenis kent. (Sjemot(Ex.) 16:8-16)
Er is vreugde en vastberadenheid dat het Joodse volk met G'ds hulp alle bedreigingen in hun voortbestaan zullen overwinnen. Het leert ons dat we moeten waken voor opkomend antisemitisme. Poeriem wordt ook wel lotenfeest genoemd want Haman wierp het poer, het lot, om te bepalen op welke dag de Joden zouden worden gedood. Anderen menen dat de naam komt van de nieuwe loten die in de lente aan bomen en struiken groeien.
De dag vóór Poeriem, 13 adar is Ta'aniet Esther (de Vastendag van Esther). Valt Poeriem op zondag dan wordt de vastendag donderdag. Volwassenen mogen op deze dag zó veel drinken 'Ad-lo-jada' totdat men het verschil niet meer weet tussen "gezegend zij Mordechai" en "vervloekt zij Haman". Anderen bereiken dit door te gaan slapen - een slapend persoon kan dit onderscheid ook niet maken. Het feest heeft een uitbundig karakter en wordt wel vergeleken met carnaval met verkleed partijen en optochten en vrolijke liedjes.
Men stuurt elkander lekkernijen (Misjloach Manot) zonder de afzender daarbij aan te geven. Het is een mitswa.(een gebod). ’s Morgens tijdens de Sjacharietdienst in sjoel wordt de Esther Megillat (de boekrol Esther)in zijn geheel gelezen. De traditie is dat je het hoort voorlezen. Als de naam Haman wordt genoemd wordt er veel lawaai gemaakt met onder meer ratels. Het is daarbij de bedoeling dat de naam niet wordt gehoord. De namen van de tien zonen van Haman moeten in één adem gelezen worden. Ze werden namelijk als één man gedood.
Ook wordt het Al Hanisiem (“Wij danken…”) gelezen. Na Sjoel wordt er een feestmaal aangeboden waarbij kiesjeliesj(koekjes), hamantaschen (of Hamansoren) gegeten worden. Het is een zoet gebak (gevuld met pruimen en zaadjes) in de vorm van een oor. Ook heeft het de vorm van Hamans’ hoed: driehoekig. Vaak verkleedt men zich, waarbij het verhaal wordt uitgebeeld
Er zijn 4 mitswot (geboden) (zie Esther 9) voor dit feest:: de megilla Esther lezen, het uitwisselen van cadeautjes(sjlagmones), tsadaka geven (aan minstens twee personen), en een feestelijke maaltijd houden.