Bidden op Joodse wijze
- Na de verwoesting van de tempel zijn er, konden daar geen offers meer gebracht worden. Als vervanging daarvan zijn er veel gebeden gekomen. Als vervanging van de tempel diende in zekere zin de synagoge (sjoel). Vandaar dat een van de namen voor de synagoge Huis van gebed - Beth haTefillah (Jesjajahoe 56:7 en Mattitjahoe 21:13)
- De synagoge heet ook wel het Huis van Samenkomst – de Beth haKnesset of het Huis van Studie (leerhuis) – de Beth haMidrasj
De meeste gebeden zijn lofzangen op de Eeuwige, (Tehillim (Ps) 19:15) en worden als een offer naar Hem opgezonden (Tehillim 141:1,2).
We onderscheiden twee vormen van bidden: het empathisch gebed en het expressief gebed.
Het empathisch gebed is een gebed waarvan de inhoud vast staat(formuliergebed) zoals: het Kaddiesj, de Amida, het Alenoe, het Birkat haMazon (gebed na de maaltijd). De vaste gebeden helpen de gelovigen zich op de Eeuwige te richten. Omdat we in de samenkomst gemeenschappelijk bidden, dwalen onze gedachten niet af naar eigen problemen. We lezen het geschrevene en verbinden ons daar mee.
Soms komen persoonlijke spontane gedachten op. Als we deze uitspreken in gebed naar de Eeuwige is er een expressief gebed ontstaan. Het ontstaat als we de behoefte voelen iets aan de Eeuwige voor te leggen. Het heeft te maken met wat ons beweegt, onze gevoelens.
Om een gemeenschappelijke dienst in de synagoge te houden is er een minjan nodig. Een minjan is een vereist aantal van van 10 joodse mannen vanaf 13 jaar (Barmitzwa). Binnen de liberale joodse gemeenten tellen voor dit quotum ook joodse meisjes vanaf 12 jaar (Batmitzwa) mee.. Bij ons in de Messiaanse Sjoel wordt altijd een dienst gehouden , ongeacht het aantal mensen. Waar twee of drie met elkaar vergaderd zijn ïn Mijn Naam, daar ben IK…..
Tijdens het davvenen (bidden) worden soms bewegingen gemaakt. Men zwaait soms heen en weer met het lichaam. In het Jiddisj noemt men dat ‘sjokkelen’. Van Rabbi Akiva (50-135 vdgj*) wordt gezegd dat hij tijdens het gebed de hele ruimte waar hij zich bevond doorsjokkelde.
Bij het bidden met of zonder bewegingen is het van belang dat er kavana is: overgave, de juiste intentie. Soms worden gebeden hardop gelezen en soms in stilte. Een deel van het Amida-gebed wordt in stilte gelezen waarbij de lippen wel worden bewogen en je jezelf zachtjes mag horen. Denk aan Hanna (1Sj’moeël (Sam.) 1:2). Er wordt soms zittend en soms staand gebeden en meestal worden de ogen open gehouden, omdat de meeste gebeden worden gelezen. Ook komt het voor dat de handen tijdens het bidden opgeheven worden. Ze worden doorgaans niet gevouwen. Bij het lezen van de begintekst van het Sjema Jisraeel worden de ogen bedekt. Bij enkele gebeden keert men zich naar het oosten (Jerusjalajiem/waar de tempel eertijds stond)
vdgj*) –van de geldende jaartelling
LS**) - Liberale Siddoer ( lett.volgorde), gebedenboek
Iedere orthodoxe Jood (na de barmitzwa of batmitzwa) slaat tijdens het gebed, thuis zowel als in sjoel, een grote gebedsmantel (talliet) om. Soms doen vrouwen dit ook, in de liberale gemeentes. Aan de talliet zitten op de 4 hoeken van het kleed schouwdraden(tsitsit), als een soort franje. Dit is voorgeschreven in Bamidbar (Num)15:37-41 en Devariem(Deut)22:12 om zich de geboden Gods te herinneren. De franjes zijn zo geknoopt, dat symbolisch alle 613 geboden uit de Torah zijn vertegenwoordigd. Wie een gebedsmantel omslaat, omhult zich als het ware met alle geboden. Vandaar ok de naam voor de tsitsiet : gedenkkwasten.
Iedere orthodoxe man is vanaf zijn barmitzwa verplicht bij het ochtendgebed gebedsriemen (tefillien) om te doen (‘aan te leggen’) Ze houden 2 kleine kubusjes op zijn plaats, één op het voorhoofd en één op de linkerarm. In die kubusjes zit perkament met telkens een passage uit de Torah.